Lezen op school
Vroeger moesten alle leerlingen op hetzelfde tempo lezen.
Goede lezers verveelden zich vaak, voor hen waren de verhalen te eenvoudig.
Voor andere leerlingen daarentegen lag het niveau te hoog.
Daarom koos onze school om het lezen te differentiëren.
Zo lezen de leerlingen van het tweede leerjaar één keer per week in kleine groepjes, op hun eigen niveau.
De leerlingen van het eerste leerjaar starten hiermee na de krokusvakantie.
In het derde, vierde, vijfde en zesde leerjaar doen de leerlingen aan peer-tutoring.
De kinderen van het vijfde leerjaar lezen samen met kinderen van het derde leerjaar, kinderen van het zesde leerjaar lezen samen met de kinderen van het vierde leerjaar.
Het leesniveau wordt bepaald a.d.h. van een AVI-test. Deze leestest wordt 2 à 3 keer per jaar afgenomen.
Uw kind moet dan een bepaalde tekst lezen binnen een tijdslimiet en mag maar een maximaal aantal fouten lezen.
Ieder kind krijgt een bericht mee na de test met informatie op welk leesniveau ze zich bevinden.
Leest mijn kind nu goed?
Als uw kind thuiskomt en vertelt: “Ik zit in niveau 4”, dan zal u zich waarschijnlijk afvragen of u nu blij of bezorgd moet zijn.
Het ideale is, dat een leerling per schooljaar 2 à 3 niveaus stijgt.
Om vlot te kunnen volgen in het tweede leerjaar, is het wenselijk dat uw kind op het einde van het eerste leerjaar niveau 2 behaalt.
Zit uw kind op het einde van het eerste leerjaar op niveau 1, dan is het zeker raadzaam om het lezen te oefenen in de vakantie.
Zit uw kind op het einde van het eerste leerjaar op niveau 3 of hoger, dan is uw kind een goede lezer.
Bij de overgang naar het derde leerjaar gebruiken we AVI-niveau 5 als gemiddelde.
We streven ernaar om de leerlingen een niveau 9 te helpen bereiken tegen het midden van het vierde leerjaar.
Op het einde van het vierde leerjaar mag u dus verwachten dat het technisch lezen bereikt is.
LEZEN BLIJFT BELANGRIJK!!!
OEFEN AF EN TOE SAMEN MET UW KIND LUIDOP LEZEN.
Hoe werkt het AVI-niveau?
Het AVI-leessysteem kent 9 niveaus: elk niveau bevat verhalen met een bepaalde moeilijkheidsgraad.
AVI 1:
AVI 2:
AVI 3:
Hier ligt de klemtoon vooral op éénlettergrepige woorden met een medeklinkerverbinding met meer dan 2 medeklinkers (vb. korst), eenvoudige tweelettergrepige woorden (vb. goudvis), meervouden (vb. kasten) en verkleinwoorden (vb. aapje)
AVI 4:
De teksten zijn opgebouwd uit tweelettergrepige woorden, die een voor- of achtervoegsel bevatten (vb. gezicht, vrolijk) en klankzuivere drielettergrepige woorden (vb. timmerman)
AVI 5 t.e.m. 8:
Er wordt voornamelijk geoefend op veellettergrepige woorden, vreemde woorden, moeilijke letters.
AVI 9:
Hier wordt in hoofdzaak geoefend op moeilijk leesbare (vb. zwemwedstrijden) en eigentijdse woorden.
Momenteel is men volop bezig om de huidige AVI-niveaus te herwerken en een nieuw evaluatiesysteem te ontwikkelen.
Onze school werkt voorlopig nog met de oude niveaus.
Bepaalde uitgeverijen gebruiken momenteel beide niveaus, anderen vermelden enkel de nieuwe niveaus.
Hieronder vinden jullie een tabel, die handig kan zijn bij de aankoop van nieuwe boeken of het ontlenen van boeken in de bib.
Nieuwe AVI-niveaus op boeken:
AVI Oud:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
>9
AVI Nieuw:
start – M3
M3 – E3
E3-M3
M4-E4
M4- E4- M5
E4 – M5 – E5
E5- M6
E5 – M6 – E6 – M7
M6 – E6 – M7
M7 – E7 - plus